Een plattelandsleven door de ogen van Katrien – 02-12-2014
Een allereerste column over hoe mijn leven in Zweden mij onbewust veranderd heeft. Hij verscheen op 2 december 2014 op De Nieuwe Zweed.

Verzweedsen
Is dat al vijf jaar geleden?”, hoor ik mijn moeder door de telefoon zeggen. Ik zucht en repliceer dat de tijd inderdaad aan een razend tempo voorbij vliegt. Mijn gedachten dwalen af naar de dag waarop ik samen met Joakim de autorit naar Zweden aflegde. Alle herinneringen over een fantastisch leven in België gepakt om samen met Hobbes de kat mee te nemen richting het Zweedse platteland.

Mijn moeders stem voert me terug naar het heden. “En, voel je je al Zweeds?” “Nou, niet echt Moeke maar ik ben wel aan het verzweedsen”. Ik denk na over het antwoord dat ik zonet formuleerde. En bevestig voor mezelf dat mijn leven in dit noordse land en de contacten met de Zweden me op een bepaalde manier veranderd en gevormd hebben tot de persoon wie ik vandaag ben.

Ik grinnik wanneer ik eraan denk hoe impulsief en rechtuit-rechtaan ik vroeger was. Daar dwars tegenover staat de typische Zweedse, doorgaans beredeneerde en diplomatische manier van handelen. De neutraliteitpolitiek die Zweden voert, stroomt door de aderen van haar bevolking en is terug te vinden in hun ageren binnen werk- en persoonlijke relaties. Niet alleen vermijden ze er tal van netelige situaties mee, ze laten hierdoor tevens steeds een vriendelijke en aangename indruk na. Of dit goed of minder goed is? Ik blijf graag neutraal.

“Verzweedsen, waaraan denk je dan?”, vraagt mijn moeder nieuwsgierig aan de andere kant van de lijn. Ik laat het neutraliteitsverhaal voor wat het is en vertel over kleine gewoontes die ik me onbewust heb eigen gemaakt. Sommige vallen me zelfs pas op wanneer anderen me erop wijzen.

Zo krijgen vrienden een knuffel in plaats van een kus op de wang. Ik eet mijn boterhammen open en werk ze af met een schijfje komkommer of paprika. Ik leerde dat gelijk welk tijdstip van de dag een goed moment is voor een gezellige “fika”. Ik trek steevast mijn schoenen uit wanneer ik bij iemand over de vloer kom. In de zomer geniet ik net zoals vele Zweden van een vakantie in eigen land. En in de winter heb ik nood aan zon op mijn snoet en trek ik naar warmere oorden om de batterijen op te laden en het nieuwe jaar te kunnen starten met verse zonne-energie.

“En sinds je in Zweden woont, gebruik je wel erg vaak het woord absoluut”, voegt ze er met een glimlach aan toe. Ik bedenk dat niet alleen mijn ouders maar ook vrienden kleine wijzigingen in taalgebruik, omgang en ingesteldheid moeten opmerken. Terwijl ik het vroeger best verantwoord vond om één Leffe te drinken en de auto naar huis te nemen, sla ik dit verleidelijke aanbod nu resoluut af. “Wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien” gooien mijn vrienden me dan toe. “Ik ben best blij met die vlooien”, denk ik dan stiekem.

Ik vang aan de andere kant van de lijn het vertrouwede geluid van het openen van de woonkamerdeur op. “Ik heb Katrien aan de lijn en we hebben het over verzweedsen”, vat mijn moeder ons gesprek kort samen. Ik verwacht een reactie waaruit blijkt dat mijn vader hoopt dat ik mijn Belgische roots nog niet verloren heb. In plaats daarvan hoor ik: “Verzweedsen, is dat wel een Nederlands woord?”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Scroll to Top